Gisteren toch maar even op het terras van onze #dekroegderkroegen gezeten. Naast e.e.a. aan ‘usual suspects’ kwam ik in gesprek met een dame op leeftijd, bleek 85 te zijn uiteindelijk. Mist haar alweer 3 geleden overleden man enorm, 58 jaar getrouwd, en verder mist ze vooral live jazz. Geboren in Staphorst, opa was een uit de kerk getreden paardenhandelaar met óók een café. 100 meter verderop zat een ‘Ambonezenkamp’ zoals dat toen genoemd werd. 3 kinderen, 5 kleinkinderen, een redelijke goede huisvrouw geweest, althans dat is haar eigen inschatting. In het huwelijk was de policy dat zij en hij beide één keer per keer week los van elkaar naar de kroeg gingen en zij samen ook één keer. Dinsdagavond zij, donderdag hij, en altijd zonder afspraken, dus gewoon erin en ‘We zien wel’. Vrijdagavond samen. Dit om te voorkomen dat ze gek werden van het gezinsleven. Het waren nogal bewerkelijke kinderen ook. Geweldig huwelijk gehad. Iedereen in zijn familie werd stokoud en uitgerekend hij kreeg op z’n 77e lymfeklierkanker en 3 maanden later was ‘ie dood. 2 weken voor z’n aangekondigde dood nog samen naar Paradiso geweest, naar Kamasi Washington, geweldig concert. ‘Zulke lieve mensen daar in Paradiso, we mochten met de personeelslift en kregen een geweldig plekje op het balkon’. Haar man bleek de beste vriend van iemand die ik ook heel goed heb gekend, maand na elkaar overleden. ‘Zeg trouwens maar gewoon ‘jij’ hoor, dat ‘u’ hoeft voor mij niet zo’. Charlie Parker is de absolute held en daarna Thelonius Monk. Alleen van Ornette Coleman begreep ze geen moer, dat lukte niet. ‘Fijn om zo over Jazz te kunnen praten want in mijn omgeving begrijpt niemand er iets van’. Een groot deel van de vinyl collectie is opgekocht door Concerto. Ze kreeg er nog best een redelijk bedrag voor. Verder elke dag een Jazz CD draaien, waarbij paraat een groen én rood nagellak flesje om te markeren wat niet noggus beluisterd hoeft te worden (rood) en wat wél noggus moet (groen). ‘Maar ik koop me ook gek aan moderne kunst. Ik heb m’n hele leven gewerkt, ben psycholoog. Wil jij nog wat drinken?’. Natuurlijk lust ik nog wel bier. ‘Mooi, dan neem ik nog een jenevertje, ik drink al m’n hele leven jenever. Kan er alleen sinds de dood van n’n man niet zo goed meer tegen’. 20:00 u, afgelopen… Zij op de fiets naar de President Kennedylaan, vlak bij het De Miranda Paviljoen, is wel een half uurtje fietsen (voor mij). We hebben kaartjes uitgewisseld. Ik ga eerdaags iets geweldigs in de Rode Bioscoop doen met mooie mannen, waarover later meer. Daar wil ze héél graag heen komen! We weten nog niet wat er tegen die tijd ja/nee kan qua publiek. 85 dus, en het belang van terrassen en open kroegen, intermenselijke communicatie.
Naschrift: de mooie mannen waren Martin Fondse en Eric Vloeimans. Er is gemaild, ze zou kaarten hebben en ik haar niet gezien. Ik heb haar nog een aantal keer in de kroeg gezien, ze herkende me niet. Toch lekker geluld, alles is therapie.
Al een hele tijd – voor corona – wordt bij ons water gekookt in een elektrische waterkoker alvorens dat 100 graden hete water de pan in gaat om groenten etc. verder te koken. Scheelt veel gas. Milieubewustzijn heet dat. Toen kwam hetzelfde op gang om het bolletje te scheren, waarbij overigens 40 graden heet genoeg is. Inmiddels gaat dat protocol deels ook voor op de hand afwassen. En ook wordt er nu warm water van de douche opgevangen in plastic – dát wel – bakje om te gebruiken voor scheren ná het (niet té lang) douchen. Niet steeds die CV ketel opnieuw aan het loeien zetten. Per deze week staat er een ouderwetse plastic – dát wel – emmer in de douche en die laat ik vol lopen met warm water na eerst even goed nat gespoeld te zijn met langzaam warm wordend water. Daarna inzepen en vervolgens afspoelen met warm water uit emmer. Scheelt minuten aan CV ketel loeien, we spreken over 10 litertjes warm water. En eigenlijk is dat dan hetzelfde als wat je in bijv. Indonesie doet als er überhaupt geen douche bij de familie of in het guesthouse is. ‘Mandi’ heet dat dan. Suf dat ik er afgelopen week pas op kwam. De eerste mandi acties zijn ongeveer 1986, inderdaad in Indonesie. Dat deed me er aan denken dat ik er ± 10 jaar over gedaan heb om hoofdschuddend te bedenken dat ik na het optreden m’n ingepakte en topzware congas moest neerleggen om te voorkomen dat ze omvallen, hetgeen al die tijd regelmatig voorkwam. Wat een sukkel voelde ik me toen. Maar goed, ik weet het, er zijn er genoeg die koud douchen, maar daar heb ik geen zin in. Overigens gaat er bij ons al jaren een extra vestje/truitje aan als het koud is, ook om diezelfde CV ketel niet onzinnig te laten loeien. Standaard staat de thermostaat op 20 graden en een uur voor slapen of bijvoorbeeld vertrek naar de kroeg der kroegen – uiteraard om thuis energie te besparen – gaat ‘ie op 10 graden. Paar maanden terug milieu specialist in huis gehad onder wiens bezielende leiding ons energie verbruik onder de loep ging. Op gas gebied deden we het al beter dan gemiddeld, op stroom gebied gemiddeld. We kregen folie voor achter de radiatoren en 3 spaarlampen naar keuze cadeau. En dan voor de volledigheid… Ik rij met de toetoet nooit harder dan 100 km per uur, ook s’nachts niet en dat al sinds dik 15 jaar geleden toen het nog over een zeer stoere Duitse 6 cilinder turbo diesel ging. (Nu mini suvje op benzine) Hooguit trapte ik heel soms de kick down van dat turbo beest even hard in om een vrachtwagen te passeren. Dan vloog m’n gsm van het dashboard de royale ruimte in en zag ik in de spiegel een niet geheel milieu vriendelijke rookpluim tot volle ontplooiing komen. (‘Ah joh, gewoon even z’n neus snuiten’, zei een garagehouder eens) Oh, en er hangt al jaren een waterbespaarder in de spoelbak van de plee en ik draai de keukenkraan altijd bewust ja/nee ver open, afhankelijk van hoeveel ‘druk’ er op de waterstraal gewenst is. Uiteraard gaat al decennia lang de kraan dicht tussen het begin en eindpunt van de tandenpoets acties. Tot zover de in toenemende mate milieubewuste wereld van een ook nog kinderloos iemand – hoe energie neutraal wil je voor de toekomst zijn? – die ook vanavond niet buiten hoeft te slapen in een zogenaamd beschaafd land na vanwege enorm gedoe gevlucht te zijn uit een zogenaamd onbeschaafd en/of in oorlog verkerend land. En dat terwijl verbaasde Artsen Zonder Grenzen over je elementaire gezondheid moeten waken. Ben benieuwd wanneer ik weer ga vliegen, en hoe ver, en wat de tickets kosten, en of de koffers aankomen, áls ze überhaupt vetrokken zijn.
Gisteravond een 2e invalbeurt gedaan bij de H6 tribute band van maatje Luuk Nengerman. Volendam dit keer, vorige keer Valkenburg aan de Geul. Voor mij best apart omdat ik eerder dit jaar 5 X Holland Zingt Hazes in de Ziggo Dome heb gedaan met een heel legioen aan BN’ers. Andere maar ook vergelijkbare sfeer, andere maar ook vergelijkbare blouse aan. H6 is H6, bier erin, meezingen gegarandeerd. Sowieso scheelde het me een boel voorbereidingstijd omdat nagenoeg alle arrangementen hetzelfde zijn. Mijn eerste encounter met Volendam in muzikale zin was het in de vorige eeuw inspelen van Sailing Home van Piet Veerman, alhoewel dat in Heemstede plaats greep, EMI studio. Daarna waren er in het vissersdorp de nodige sessies in de studio van de extra fijne Arnold & Patrick Muhren, o.a. voor Rene Froger, Suzanna Lubrano en Akon (!), de laatste 2 voor meesterlijk pianist, componist & producer Giorgio Tuinfort. Maar ook werd het album Mon Amour ingespeeld voor de BZN tribute band, geproduceerd door originele BZN drummer Jack Veerman en in een geïmproviseerde homestudio in een privé appartement van Jan Smit. Broodjes paling bij de lunch. Dan nog 2 Malando theater rondjes gecarpoold met Carola Smit, 23 jaar lang zangeres bij…. BZN! Een keer of 25 samen door het land gezoefd. Na verloop van tijd kwamen er mooie en openhartige verhalen over die band uit deze zeer vriendelijke vrouw. Daarbij ook details die niet voor FB geschikt zijn. Ook nog eens koffie gedronken met vriend Jimmy Haslip bij ingetrouwd import Volendammer Jan Akkerman i.h.k.v. een verzamel CD met daarop de beste gitaristen ter wereld die Jimmy aan het produceren was. Aparte band met Volendam dus. Gisteren die H6 tribute voor aan ronde tafels zittende mensen in zaal Sint Jozef, meteen achter de dijk. Bijzonder aardige mensen van Vereniging Sint Jozef. Eten en drinken in overvloed, na afloop keuze tussen een kroket dan wel frikandel op een broodje. We moesten immers nog ver dan. Ik dit keer niet. Na de soundcheck even de dijk op om te zien hoe de jeugd zich vroeg op een zomerse zaterdag avond verpoost. Iedereen in de teringherrie op een terras, jongens bij elkaar met ieder 2 bier in de knuisten, meisjes bij elkaar met een voorzichtig wit wijntje dan wel Aperol Spritz. (Dat moet zich dan toch een keer gaan vermengen want anders komen er geen verse Volendammertjes meer tevoorschijn, denk ik dan…) Van elke 2 liedjes is er eentje van een dorpsgenoot. Security V-tjes aan de rand van het gebeuren, ook om er nog een paar verlate en verdwaasde toeristen langs te helpen manoeuvreren. Uurtje daarvoor gaat het op de dijk allemaal nog over zelfgemaakte stroopwafels, frites, kaas, in China gemaakte merchandise meuk, unieke boottochtjes naar Marken en uiteraard de foto’s in klederdracht. Onze avond was een succes, zo mochten we begrijpen. Meerdere complimenten, ondanks dat we niet alle op briefjes (!) aangeleverde verzoeknummers in onze setlist hadden staan. Tot slot nog even een misverstand uit de wereld helpen. Onderdeel van de H6 show is dat er 2 mensen uit het publiek mee komen zingen, stukje uit De Vlieger. Het publiek moet dan door lawaai maken beslissen wie er het beste is. Die krijgt een H6 sjaaltje, zo wordt beloofd. Uiteindelijk krijgen ze er allebei eentje. Hilariteit alom, alles staat op de nieuwste iPhones. Ontkennen dat het ooit gebeurde kan niet. Drinken gaat heel behoorlijk, maar niet iedereen in Volendam kan zingen.
Toevallig vandaag bij ons thuis 2 landurige gesprekken gehad met 2 totaal verschillende mooie mensen -alleen leeftijdsverschil al meer dan 50 jaar, 23 versus 74 jaar oud- die helemaal niets met elkaar van doen hebben en momenteel in hun persoonlijk leven extreem gecompliceerde ‘dingen’ meemaken. Dingen ook waar ze qua totstandkoming geen enkele bijdrage aan hebben geleverd -OK, bij eentje een kind krijgen-, dingen die zich buiten hun invloedssfeer hebben ontwikkeld tot materie die ze de rest van hun leven mee zullen dragen, maar waar ze qua lijfsbehoud wél in deze fase beleid voor moeten optuigen én uitvoeren. Voor de goede orde, het gaat om medisch leed, medisch falen, regelrecht psychiatrisch leed, noodopvang, rechtzaak en algemene onmacht om binnen een charmante bandbreedte gebalanceerd met stressvolle omstandigheden om te gaan. En dan nét het soort onhandige keuzes maken die een sprong uit de problematiek lijken te zijn maar ondertussen het energie slurpende gedoe alleen maar verder uitvergroot. Dat laatste valt bij mij overigens in de categorie ‘Dr. Phill gelul’. Dan heb je het over gedoe dat een van de grootste problemen van energie slurpers is dat ze niet doorvoelen hoeveel energie ze slurpen, en dat liefst al heel lang. Ik zie dan iets van een duivel tevreden meekijken van achter een flinterdunne beigekleurige vitrage, licht wapperend vanwege een onbedoeld openstaand zolderraam… (Is deze onnodige toevoeging als literair te bestempelen?) Ik ervaar het als een jammerlijk en beschamend iets dat ik dan zelf weer veel woorden in de strijd gooi(de). Die woorden nemen immers alleen maar die cruciaal doorvoelde ‘luistertijd’ in beslag, vallend onder het kopje ‘empathie’. Maar ik ben wel 2 keer met een appje achteraf bedankt. Er gaat dus kennelijk iets goed. Totale huishoudelijke schade 2 koppen koffie en 1 kop thee. Nu dan met Belgisch bier -de eerste alcoholische versnaperingen sinds 31 december 2021- naar een VPRO documentaire kijken over de bestorming van het Capitool een jaar geleden. Proud Boys enzo, niet best. En wij maar denken dat de meeste zwak-, dan toch tenminste krankzinnigen wel opgesloten zitten, of toch tenminste begeleid wonen. Niets daarvan, zoals ook in onze democratisch gekozen machtsverhoudingen doorgaand bevestigd wordt. De bij dit schrijfsel gekozen foto heeft met het bovenstaande dan weer helemaal niks te maken, maar we zijn nu eenmaal vooral visueel ingesteld en iets zal toch de aandacht moeten trekken. Inderdaad, ook ik heb aandacht nodig, desnoods digitaal. Al fietsend gemaakt die foto, en ja, vlak voor nieuwjaar. There’s a moon in de buurt van Bourbon Street, een van de zeer weinige Mokumse muziekclubs waarbinnen ik nooit de eer heb mogen beleven om er ter verpozing van het edele nachtvolk pogingen tot muzikale hoogstandjes ten gehore te brengen. Voorzover ik me het herinner dan… Tegeltje van Jeroen nr. 71 bis ‘Zo gek als het is kan geen mens het bedenken’. En ook in dit geval is deze materie weer eens ‘0’ covid gerelateerd. Misschien maar niet vergeten dat er in het universum, of tenminste het leven zoals wij dat kennen, meer niet dan wel gerelateerd is aan deze pandemie. Good night.
Even iets heel anders weer eens, uit de nogal persoonlijke sfeer dit keer, omdat het kerst is of zo. En ik begin voor de verandering maar eens met een foto in plaats van er mee te eindigen. Een goed jaar geleden is m’n moeder overleden, zoals bij een aantal van jullie bekend. 81 is ze geworden, na een hersen infarct en aanvankelijk zo’n 3 maanden revalideren ging het opeens fataal berg afwaarts. Dit is de 2e kerst zonder haar, en -daar gaan we- ik mis haar niet. Ben enig kind ook nog. En uiteraard is dat in tegenstelling met de zo ongeveer gewenste gevoelens die je hebt rondom dit soort situaties. We hadden geen goede relatie. Daar kan ik op zich al een boek over schrijven. Een slimme vrouw maar niet in alle opzichten even ‘handig’ op het sociaal emotionele vlak. Ze was zeker trots op mij, maar dan wel tegen anderen. Alcohol gevoelig ook, maar dan wel met een voorspelbaar vervelende afdronk. We kennen die types allemaal, nietwaar? Het begint met een ‘gezellig wijntje’ en na de 1e fles ontstaat een soort onomkeerbaar venijn waarbij hetgeen het dichtst bij is ook het hardst aangepakt wordt. Dan breekt langzaam de mentale tering uit. Als kind ben je redelijk dichtbij, je lijkt een soort bezit te zijn zelfs. Zo werd ik nog eens ‘fascist met enge Zhirinovsky ogen’ genoemd, anekdotisch ijzersterk allemaal, maar op die momenten zelf is het wat minder om dat uit je moeder te horen komen. Overigens betrof het Vladimir Zhirinovsky, destijds een nogal griezelig fascistoïde russisch parlementslid. Wist ze een dag later niks meer van… hmmm… Ik was niet voor niks op m’n 17e het huis uit. (Ouders gescheiden op m’n 15e) Nu beperk ik me even tot Omar en haar relatie met deze ‘gastarbeider’. Omar was een Marokkaan die hierheen was gekomen om geld voor z’n gezin thuis te verdienen, zoals zovelen. Hij begon met van die enorme chemische tanks van Shell op Moerdijk schoon te maken. Daarna werd het koeienkoppen uitbenen in het slachthuis van Roosendaal. Het was een bijzonder knappe en lieve man, maar helaas wel met psychische problemen. Hij woonde zo goedkoop mogelijk op een flatje met 3-4 andere Marokkanen, sliep op een stretcher. Op het moment dat hij m’n moeder in de tachtiger jaren ontmoette had ‘ie een anti-alcohol pil ingeplant in z’n maag zitten, genaamd Antabuse. Dan wordt je al meteen bij de lucht van alcohol onpasselijk. Dat spul bestaat nog, inplanten doen ze niet meer. Het hangt uiteindelijk toch van ja/nee eigen motivatie af enzo. Toen wij Omar ontmoetten was ‘ie erg vriendelijk en toegankelijk maar ook ‘wankel’, hij had ook te maken met psychoses. Ik woonde al lang in Amsterdam maar ben er één keer bij geweest dat er een psychose intrad bij hem, totaal onwerkelijk. We zaten bij m’n moeder gewoon aan de thee en zijn geest ‘vertrok’ waar je bij zat, heel wonderljik. Hij verliet het gesprek en begon eigen teksten uit te spreken die nergens verband mee leken te hebben, sowieso niet met óns tot dan toe gezamenlijk gesprek. M’n moeder vroeg hem te vertrekken en maar naar z’n eigen ‘huis’ te gaan. Dat deed ‘ie braaf en vervolgens schoof zij de extra sloten aan de binnenkant van de voordeur dicht om te voorkomen dat ‘ie die avond nog terug zou komen. Die sloten had Omar er zelf op gezet, voor dit soort situaties. We zijn hem een keer op een ander moment in het bruisende Roosendaalse nachtleven tegen gekomen, in een weekend dat we er waren om m’n moeder te helpen verhuizen. Een oom van mij was er ook voor over gekomen. Omar kwam om 04:00 u volledig verlopen en dronken een obscure tent binnen, genaamd ‘Extase’. Hij keek erg raar uit z’n ogen, we werden lyrisch omarmt en ik werd uit pure genegenheid héél hard in m’n wang gebeten. (Z’n tandafdrukken hebben nog dagen in die wang gestaan) Hij moest écht weer weg, naar huis, en wij trouwens ook. Wij sliepen bij m’n vader om de hoek, m’n oom sliep bij m’n moeder. Mijn vader maakte ons de volgende ochtend wakker met het bericht dat Omar óók bij hem lag uit te slapen, maar dan wel helemaal in het verband. Hij was later die nacht volledig paranoïde en psychotisch bij m’n reeds slapende moeder via een plat kiezeldak dóór het grote keukenraam naar binnen gekomen om met een groot keukenmes van haar de ‘achtervolger of zoiets’ -die er helemaal niet was- te lijf te gaan. Met o.a. een slagaderlijke bloeding vanwege het gebarsten keukenraam en vallend glas als gevolg. Geen enkele intentie om m’n moeder dan wel oom iets aan te doen, maar beiden waren zich helemaal kapot geschrokken natuurlijk. Gelukkig was hij, een zeer gemoedelijke vent, er bij. Omar is meteen na ontwaken opgenomen in een inrichting op de hei. Daar werd/was ‘ie grotendeels weer normaal en zat ‘ie -zijn woorden- tussen gekken. Eenmaal ‘opgeknapt’ kon ‘ie weer terug naar z’n flatje. Uiteindelijk heeft hij zich verhangen in dat flatje. Gelukkig niet bij m’n moeder, voor wie hij altijd erg lief is geweest, en zij voor hem. Zij is zelfs een tijd gestopt met drinken om hem bij te staan. Het kwam haar gedrag ten goede, ze werd warmer, toegankelijker. Bij het ‘opruimen’ van haar spullen kwam ik in haar portemonnee het briefje en foto tegen. ‘Hanny, ik hou van jou zolang leven bestaan’. Zelfde tekst in het Arabisch. En ja, dat is heel erg ontroerend. M’n moeder heette overigens Henny. Ik heb nooit goed tegen die goedkope ‘al die (kut) Marokkanen’ opmerkingen van mijn medemensen gekund, maar al helemaal niet omdat ik in die zin nooit los kwam van Omar, die lieve Omar. Nooit meer zullen we weten wat het schoonmaakwerk in die chemische tanks te maken had met z’n uiteindelijke verslechterende psyche. M’n moeder kreeg nog eens een belletje van z’n vrouw uit Marokko, maar dat liep op niets uit want m’n moeder sprak geen woord Frans. We mochten begrijpen dat ‘ie 4 kinderen had. Dat was dat. Uiteraard had Omar geen geld, en lijken overvliegen kost een vermogen, maar hij is op schema Islamitisch en wel in Marokko begraven omdat er destijds via een bepaalde radiozender binnen de eigen gemeenschap gecollecteerd werd voor dit soort gevallen. Je wordt als moslim niet geacht je eigen leven te nemen, maar er is door een verlicht imam geduid dat hij verontschuldigd was omdat hij nou eenmaal ‘ziek’ was. Daarna nooit meer iets vernomen en daarmee had m’n moeder een rouwproces te doen, alleen. Niet het enige rouwproces overigens, maar voor nu laat ik het hier bij. Dat boek hé…. Even Robin Williams, collega suïcidiant, erbij halen, mooie kerstgedachte meteen ook weer: ‘Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind. Always.’ Ik ga er een Tripletje in kieperen nu, beetje mijmeren nog, en dan lekker eten met m’n meisje, alweer… Merry Christmas.
Bij toeval kwam ik erachter dat ik precies op deze dag een aantal jaar geleden iemand uit m’n balboekje heb geschrapt. Dat is in m’n leven maar een paar keer gebeurd, zowel privé, binnen de familie als ook zakelijk dan wel een combinatie daarvan. In principe loopt het bij mij structureel door elkaar binnen het gebied ‘zakelijk, privé, familie’… het is allemaal nogal één in mijn geestelijke wereld. Zal ook wel weer met hyper sensitieve drukte te maken hebben. Wat ben ik blij -zeker ook voor m’n omgeving- dat ik regelmatig bongos mag spelen, lost een boel op. Dat uit het balboekje schrappen gaat over je mindset zodanig omkatten dat zo iemand niet meer structureel je energie wegslurpt, je emotioneel niet meer uit balans kan krijgen, en dus liever niet dat je voortaan hels en/of rancuneus bent. Je ontneemt ze de kans, het speelveld om je energie te slurpen, en gaat door met wie je wél over en weer energie kunt tanken, en moeiteloos ook nog. Op zich kun je prima met de slurper(s) in één ruimte zijn maar geestelijk is er geen contact meer, hooguit beleefde omgangsvormen. Er gaat/ging bij mij altijd een behoorlijke tijd van ‘overpeinzingen en buikpijn’ vooraf aan zo’n beslissing, allemaal onderdeel van een zich een aantal keer herhalend ‘checks & balances’ systeem in je eigen rationele én gevoelswereld. Ben ik nou gek? Overdrijf ik niet? Ben ik te ‘biased’? Neem ik mezelf te serieus? Gaat het überhaupt over ja/nee gelijk hebben? Dat soort dingen vraag ik me minstens 3 keer diepgrondig af. In bovengenoemde context gaat het over een jaar of 2 van die ‘interne checks en dubbel checks’, in andere gevallen soms nog veel langer. Het gaat sowieso nooit over een avondje zuipen en denken ‘Ik heb hélemaal gehad met die-en-die’. Ik heb het geen van die keren ‘leuk’ en al helemaal niet ‘stoer’ gevonden, maar ik heb het ze wel zelf verteld, beargumenteerd ook en er nooit spijt van gehad. We hebben elkaar hard nodig, zeker als het gaat om ‘dichtbij mensen’, en ik meen zelfs dat de zin van het leven uiteindelijk überhaupt gaat over de omgang met elkaar. Maar er is een kennelijke (verschuivende) grens waarna er bij mijn behoorlijk flexibel geduldige ‘zelf’ toch écht een knopje omgaat. Dan is iemand vanaf dat moment mentaal geparkeerd op een voor mij veilige plek, buiten de ‘zielsomgeving’. Dan worden er geen mededelingen van algemeen persoonlijk belang meer gedaan, en geen wezenlijk betrokken vragen meer gesteld. Beschaafde oppervlakkigheid, burgerfatsoen, dat is de deal.Slechts één keer is er eentje na een fix aantal jaren weer binnen die zielsomgeving gekomen, zijn we terug ingestapt, erg fijn. Prachtige uitzondering, en dat gaat met het vorderen der jaren niet nog eens gebeuren, lijkt me. Maar je weet het niet, ook wel weer grappig. Ik heb als amateur volwassene al een tijdje het gevoel dat ik de ‘bananenschillen’ op tijd zie liggen, maar je wéét het dus niet. Psychische hygiene (ook) op orde proberen te houden en mensen respectvol op een veilige plek ‘parkeren’ als je er bij herhaling vlekken van in je nek krijgt. In die sfeer zit het.Ik bedenk me nu al schrijvend dat er eigenlijk iemand is met wie ik zo’n ja/nee parkeer proces weer aan het doormaken ben. Die vermoed wel iets, vermoed ik, maar weet het nog niet, weet ik. Eens zien wat ik daar binnen afzienbare tijd mee ga doen. Corona zorgde sowieso voor een stevige break in de omgang.Als ik écht een vent ben… dan, dan duurt het gesprek niet zo lang meer. Maar goed, slechts een paar keer is er dus structurele verwijdering gekomen, in al die jaren van intensieve omgang met zoveel mensen… een gerustellend moyenne. Tot zover de gospel van (alweer) een emotioneel incontinent mens op een willekeurige dinsdagmiddag in november. Het weer is niet elke dag hetzelfde, waar staat geschreven dat je gemoedstoestand dat wél moet zijn? Alles is een tussenstand, alles is therapie.
Gisteren toch maar even op het terras van onze #dekroegderkroegen gezeten. Naast e.e.a. aan ‘usual suspects’ kwam ik in gesprek met een dame op leeftijd, bleek 85 te zijn uiteindelijk. Mist haar alweer 3 geleden overleden man enorm, 58 jaar getrouwd, en verder mist ze vooral live jazz. Geboren in Staphorst, opa was een uit de kerk getreden paardenhandelaar met óók een café. 100 meter verderop zat een ‘Ambonezenkamp’ zoals dat toen genoemd werd. 3 kinderen, 5 kleinkinderen, een redelijke goede huisvrouw geweest, althans dat is haar eigen inschatting. In het huwelijk was de policy dat zij en hij beide één keer per keer week los van elkaar naar de kroeg gingen en zij samen ook één keer. Dinsdagavond zij, donderdag hij, en altijd zonder afspraken, dus gewoon erin en ‘We zien wel’. Vrijdagavond samen. Dit om te voorkomen dat ze gek werden van het gezinsleven. Het waren nogal bewerkelijke kinderen ook. Geweldig huwelijk gehad. Iedereen in zijn familie werd stokoud en uitgerekend hij kreeg op z’n 77e lymfeklierkanker en 3 maanden later was ‘ie dood. 2 weken voor z’n aangekondigde dood nog samen naar Paradiso geweest, naar Kamasi Washington, geweldig concert. ‘Zulke lieve mensen daar in Paradiso, we mochten met de personeelslift en kregen een geweldig plekje op het balkon’. Haar man bleek de beste vriend van iemand die ik ook heel goed heb gekend, maand na elkaar overleden. ‘Zeg trouwens maar gewoon ‘jij’ hoor, dat ‘u’ hoeft voor mij niet zo’. Charlie Parker is de absolute held en daarna Thelonius Monk. Alleen van Ornette Coleman begreep ze geen moer, dat lukte niet. ‘Fijn om zo over Jazz te kunnen praten want in mijn omgeving begrijpt niemand er iets van’. Een groot deel van de vinyl collectie is opgekocht door Concerto. Ze kreeg er nog best een redelijk bedrag voor. Verder elke dag een Jazz CD draaien, waarbij paraat een groen én rood nagellak flesje om te markeren wat niet noggus beluisterd hoeft te worden (rood) en wat wél noggus moet (groen). ‘Maar ik koop me ook gek aan moderne kunst. Ik heb m’n hele leven gewerkt, ben psycholoog. Wil jij nog wat drinken?’. Natuurlijk lust ik nog wel bier. ‘Mooi, dan neem ik nog een jenevertje, ik drink al m’n hele leven jenever. Kan er alleen sinds de dood van ’n man niet zo goed meer tegen’. 20:00 u, afgelopen… Corona maatregelen. Zij op de fiets naar de President Kennedylaan, vlak bij het De Miranda Paviljoen, is wel een half uurtje fietsen (voor mij). We hebben kaartjes uitgewisseld. Ik ga eerdaags iets geweldigs in de Rode Bioscoop doen met mooie mannen, waarover later meer. Daar wil ze héél graag heen komen! We weten nog niet wat er tegen die tijd ja/nee kan qua publiek. 85 dus, en het belang van terrassen en open kroegen, intermenselijke communicatie.
Ik hou het op toeval maar afgelopen week heb ik met 4 collega’s uit de muziek enorm lange en diepe gesprekken gehad, met eentje tot 8,5 uur non stop tot diep in de nacht. Nee, dat komt niet allemaal met foto’s en al op de socials terecht. Ja, dat gaat vooral over ‘het wereldje’, die managers, artiesten, collega’s, producers, A&R’s, uitgevers enzovoorts. Ook het onderdeel ‘conservatoria, management en collega’s’ kon niet ontbreken. Mooi dat in vertrouwen ook ‘man en paard’ genoemd worden, oftewel de namen en rugnummers erbij, én de ‘juicy details’ die het geschetste beeld écht vervolmaken. Nee, dat van die namen erbij is ook niet geschikt voor de socials. Ik kan met 40 jaar ervaring anekdotisch leuk mee met hoe het er zoal aan toe gaat. Een hoop pret, intense muziek, passie en een hoop ego en achterbakse ratterigheid, en dat vooral als het om geld en auteursrechten gaat, Buma Stemra, Sena… Ik citeer altijd maar weer held de luxe Bill Withers die 50 jaar geleden al zei ‘The music is not the problem, the business is the problem’. ‘Weet je Jeroen, met het grote geld komt de duivel mee’, zo deelde eens een nogal succesvolle producer met mij, in z’n mooie appartement bij een glaasje kokoswater uit een design koelkast. Keiharde opportune en onpersoonlijke wereld eigenlijk. Wat voorbeelden? – De meeting in een Hilversumse kantoorvilla van een internationale platenmaatschappij met dé algemeen directeur die mij voor artiest aan zag, terwijl hij alleen maar op het hoesje van de CD had hoeven kijken. Ik stond niet eens op de cover foto want ik was co-producer. – Het envelopje met FL 100 na een live TV optreden en onze manager die zei ‘Hier, meer kan ik er niet van maken, mooi toch, hoef je niet op gegeven want jullie hebben toch allemaal een uitkering’. Die uitkering had ik niet en de opnames van het album hadden FL 300.000 gekost. – Hoezo voor niks een live TV optreden bij de Uitmarkt doen? Pas toen ik stuiterde en weigerde onder het motto ‘Iedereen die in deze productie stekkers in stopcontacten steekt krijgt dúbbel betaald omdat het weekend is’ was er ineens wel budget. – Ik vraag een collega samen met mij een clinic te doen bij de winkelopening van een relatie van mij, ver weg en onder prima -knaken- omstandigheden en een paar maanden later doet de collega daar een reeks workshops zonder dat ik er iets van weet. – Een collega boeker van live muziek stuurt mij een mailtje waarin hij zegt dat ik niet moet denken dat hij aan m’n ‘prospects’ zit. Ik wist al dat hij aan het poeren was om dat festival dat wij boekten over te nemen. – Een boekingskantoor maakt per ongeluk een verkeerd bedrag naar mij over, BTW vergeten, dus ik zeg daar wat van. Zou goed komen, kwam niet goed, dus na 2 maanden hang ik weer aan de telefoon. Beledigd want ‘Ik betaal altijd binnen 2 weken!’. ‘Ik werk al zeker 15 jaar voor jouw bedrijf en je hebt nog nóóit binnen 2 weken betaald’. – Één keer een deurwaarder op iemand afgestuurd die € 3.500 niet betaalde en dat was voor wat we aan muzikanten en techniek hadden geboekt voor z’n 3e huwelijksfeestje in Het Arsenaal in Naarden Vesting. Was in het voortraject bijzonder aardig en communiceerde briljant, maar toen: ‘Ja weet u, meneer De Rijk, de crisis treft ons allemaal’. Bleek bij navraag weggebonjourd uit raad van bestuur bij een van onze systeembanken na onduidelijkheid over €200.000.000. (Je leest het goed) – Zogenaamd collega zegt niets te maken te hebben met een mede door hem aangericht financieel fiasco terwijl ik het contract mét zijn handtekening thuis heb liggen. Dat ging over het spelen op het openingsgala van ‘The Hague Jazz’, beoogd opvolger van het naar 010 vertrokken ‘NSJF’. – Ik zit met voormalig compagnon aan de koffie in het Haagse Congresgebouw met de algemeen directeur en een meneer die óók bezig was met een groots Jazz festival. Wij hebben promo materiaal bij en dat bekijkend zegt hij alles en iedereen heel goed te kennen en ook die ex compagnon. Alleen zat die tegenover ‘m zonder dat ‘ie ‘m dus écht herkende in levende lijve, en ook nadat we netjes aan elkaar voorgesteld waren. Dat festival ging uiteindelijk in het Ado Den Haag stadion voorgoed op de klippen. Van die man nooit meer iets gehoord.
Mooi dat we er in de lange gesprekken ook steeds weer op uit kwamen dat niks of niemand kan tippen aan de levenskracht van het moment van daadwerkelijk creëren en liefst met elkaar, dat die kracht ook niet in de war raakt van geld en ja of nee besodemieterd worden. Ja, er zijn ook mooie anekdotes over fatsoenlijke types, mensen die zich bij het woord integriteit iets kunnen voorstellen. In mijn carrière gaat dat bijvoorbeeld -zomaar een greep- George Kooijmans en producer John Sonneveld, Candy, Mike Garson en Gerry Leonard (beide originele Bowie muzikanten), uiteraard ook vriend Louis van Dijk, en dan nog een heleboel mooi types, zeker ook over mensen met een iets minder grote publieke bekendheid, mensen in de muziekinstrumenten handel ook.
Ik hoop ondertussen dat minister Hugo de Jonge dit pinksterweekend lekker DVD’tjes aan het afspelen is, 2 dagen lang, lekker DVD’tjes afspelen, heerlijk, beetje cultuur, even niet aan corona denken. Mooi dat er met een deel van die 4 van hierboven eerdaags super toffe dingen gaan gebeuren en dan gaat het over niets anders dan muziek (maken). Ik ga nu eindelijk weer even m’n racefietsje op. T’is toch weer wat fris dus ik zocht een extra sweater. Achterin de kast kwam er eentje tevoorschijn met daarop ‘Rene Froger Online Tour 2001’. In dat circus hoorde ik o.a. iemand over musical keizer Joop v/d E. zeggen, toen we een TV’tje in een van z’n shows voor een schamel bedrag moesten doen vanwege beperkt budget ‘T’is toch wat, 30 jaar liegen dat er geen budget is en zelf miljardair zijn’. Ik heb het sweatshirt voor het eerst aan, 20 jaar na m’n eerste theatertour met Topper #1, en een heerlijk bandje, met daarin onder andere m’n meesterlijk drummende maat Hans Eijkenaar. Aan hem heb ik het überhaupt te danken dat ik destijds 5 jaar m’n brood deels in het Froger circus kon verdienen. Hij noemde precies op tijd m’n naam toen er een verse percussionist moest komen. Na 5 jaar was het net zo makkelijk weer afgelopen. ‘Eijk & De Rijk – Groot Gelijk’, zo heette onze clinic tour die we in 2002 samen deden. Momenteel zijn we nog steeds samen te horen de ‘Beats Live’ app, te downloaden in de iTunes Appstore, allemaal gezamenlijk en in één keer organisch gespeelde loops/grooves die je zelf van tempo kunt veranderen. Zodoende is de app voor zowel songwriting als studeren top!
‘We’ gaan weer naar de 5000 zogenaamde Facebook vrienden. Ik ben onder het motto ‘Hoe meer FB vrienden hoe leuker ik ben’ zo stom geweest om in het begin allerlei onbetekenende types geruisloos binnen te laten sluipen met hun gluiperige vriendschapsverzoeken. Voor je het weet zit je dan betekenisloos bij elkaar op schoot in de propvolle digitale buurtkroeg. Het is me de laatste jaren een paar keer aardig gelukt om m’n vriendenbestand aanmerkelijk op te schonen door wat politiek, maatschappelijk gevoelige kluiven in de ring te gooien. Bijvoorbeeld ‘Ontvriend me als je voor zwarte Piet bent’, of ‘Ontvriend me als je pro Wilders bent en op die eenzame met teflon overgoten ziel met een ontwrichtend destructieve missie stemt’. ‘Ras’ narcist Thierry de Sjaggeraar? Precies hetzelfde. Dat maakte de weg vrij voor nieuwe digivrienden. Ging soms wel gepaard met wat rondjes polemisch therapeutisch gebagger, maar dat hoort er dan kennelijk bij. Kun je nagaan wat er media technisch allemaal gebeurt als je echt bekend bent bij de massa en wat kluiven in de ring gooit. Maar goed, die ‘ex digivrienden’ lezen dit niet (meer) als het goed is. Dus nu maar even simpel: Ontvriend me a.u.b. geruisloos als je mijn posts eigenlijk toch gewoon best wel zelf ingenomen gelul en kansloze aandacht trekkerij vindt. Sorry, ik moet van een deel van jullie af en ik heb niet zoveel tijd en zin om zelf het scheermes langs het bestand te halen. Mijn dankbaarheid voor zelfregulering grenst dan wel aan hondsdolheid, ook namens m’n aanstaande vrienden, uiteraard stuk voor stuk warme, flexibele, betrokken, creatieve, intelligente, tolerante, autonome en stront eigenwijze persoonlijkheden. Oh ja, en met humor graag, dankufeestelijk.
Zij: Kan ik u helpen? Ikke: Ja, heb je spinazie? Liefst wilde spinazie. Zij: Zeker, hoeveel wil je hebben? Ikke: Het is voor een pasta voor 2. Zij: Zoiets? (2 handen vol) Ikke: Ja, is goed. Zij tegen achter haar langs passerende collega: Wat een leuke muts! Ikke: Heb je het over mijn muts? Zij: Nee, zij hep een nieuwe muts, en daar maken we al de hele dag grappen over. We zijn melig. Ikke: Heel belangrijk! Alles is therapie. Zij: Ja, precies! Verder nog wat? Ikke: Champignons graag. Zij: Kastanje champignons? Ikke: Yes! Zij: Verder? Ikke: Mandarijntjes a.u.b.. Zij: Hoeveel? Ikke: Doe maar 8. En bananen graag. Afreken moment…. Collega met nieuwe muts staat vlakbij. Ikke tegen collega: ‘Wat een leuke muts heb je! Zegt iemand daar wel eens iets over?’ Collega: Ha ha, zeker, want? Ikke: Nou… wees voorzichtig waar je om vraagt. Collega: Ha ha, ja ja, be careful what you ask for… Ikke: Because you may get it! Collega: Precies! Ikke: Jaha, én het hardop uitspreken! Dat advies las ik eens in een interview met ’puntje puntje puntje’(serieus rijke Bn’str). Als je iets écht wil moet je erover praten. En even later had ze neptieten. Collega: Heb jij iets tegen neptieten? Ikke: Nee hoor, ik heb iets tegen nep als zodanig. Collega: Kijk, en zo is het!